null

Netcongestie en transportschaarste: (on)mogelijkheden én lichtpuntjes aan de horizon

De krapte op elektriciteitsnet is – helaas – een aanhoudend probleem. Eerder schreef ik over de risicoverdeling bij te late aansluiting en de juridische invulling van de aansluitplicht van netbeheerders. Het probleem heeft twee componenten: aansluiting en transport. Vooral gebrek aan transportcapaciteit zorgt nu voor hinder, vertragingen en schade.

In dit blog legt Sheila van Gemeren uit hoe de transportplicht wettelijk geregeld is, wat de rechten en plichten van netbeheerders en aanvragers zijn en hoe aanvragers in de praktijk met een ‘nee’ van een netbeheerder kunnen omgaan.

Elektriciteitswet en Netcode elektriciteit

De transportplicht is vastgelegd in artikel 24 Elektriciteitswet (hierna: ‘E-wet’), met verdere uitwerking in de Netcode Elektriciteit. In vergelijking met de aansluitplicht is de transportplicht:

  • níét absoluut: de netbeheerder mag transport weigeren mits hij deze met redenen omkleedt;
  • óók onderworpen aan het non-discriminatiebeginsel: netbeheerders mogen (vooralsnog) geen onderscheid maken in type aanvrager (en handelen aanvragen o.b.v. ‘first come, first served’ af).

Voor kleinverbruiksaansluitingen (≤ 3x80A) vegen veel netbeheerders aansluiten en transport vooralsnog op één hoop. Dat betekent dat een aangelegde aansluiting direct op spanning wordt gezet en daarvoor geen aansluit- en transportovereenkomst nodig is. Netbeheerders reserveren een gedeelte van de plaatselijke netcapaciteit voor kleinverbruik, zodat aanvragers van kleinverbruiksaansluitingen niet (onnodig) hoeven te wachten. In de praktijk betekent dit dat veel (woningbouwprojecten met) individuele aansluitingen vooralsnog niet worden gehinderd door het (over)volle stroomnet.

Voor grootverbruiksaansluitingen (> 3x80A) is dit een ander verhaal. Als een aanvrager aansluiting en transport aanvraagt, dan biedt de netbeheerder hem (meestal) een aansluit- en transportovereenkomst aan. In deze overeenkomst wordt de grootte van de aansluiting en het vermogen van het transport vastgelegd. In sommige gevallen leidt deze knip tot een ongewenst resultaat: de netbeheerder legt dan wel een aansluiting aan, die echter vervolgens niet ‘op spanning’ wordt gezet. Anders gezegd: de netbeheerder bepaalt het aangevraagde kW-vermogen op een lagere waarde of zet dit zelfs op 0 kW.

Mag dit? Ja, luidt het zeer onbevredigende antwoord. Is hier wat tegen te doen? Soms wel soms niet, is het nog onbevredigendere vervolgantwoord. Desalniettemin schets ik hierna een mogelijke opening en vervolgens de actuele stand van de rechtspraak.

Ontwerpbesluit prioritering transportverzoeken

Op 13 juli 2023 heeft de Autoriteit Consument en Markt, de toezichthoudende instantie voor de E-wet en Netcode Elektriciteit, een ontwerpbesluit over prioriteringsruimte bij transportverzoeken op grond van de E-wet ter consultatie gepubliceerd. In de 12 weken daarna hebben maar liefst 78 partijen een zienswijze naar voren gebracht.

Het doel van het ontwerpbesluit is uitzonderingen op het ‘first come, first served’ beginsel mogelijk te maken, zonder schending van het non-discriminatiebeginsel. Netbeheerders zijn echter niet verplicht om prioritering toe te passen en mogen daar zelfstandig over besluiten.

Het ontwerpbesluit bevat vier prioriteringscategorieën: 1) congestieverzachters, 2) veiligheid, 3) basisbehoeften en 4) verduurzaming. Categorie 1 gaat voor op 2 t/m 4, 2 op 3 en 4, en 3 op 4. Binnen elke prioriteringscategorie worden aanvragers gelijk behandeld en hun aanvragen op datum van binnenkomst behandeld. Een geprioriteerde activiteit kan desondanks dus alsnog op de wachtlijst belanden.

In categorieën 2 en 3 zijn verschillende activiteiten opgenomen die voor prioritering in aanmerking kunnen komen. Die activiteiten zijn gekoppeld aan SBI-codes, die bijvoorbeeld nodig zijn voor registratie in de Kamer van Koophandel.

Binnen categorie 2 vallen SBI-codes voor noodhulp, politie en defensie, penitentiaire inrichtingen en waterveiligheid. Categorie 3 wordt ingevuld door SBI-codes voor gezondheidszorg, woningbehoefte, waterbeheer, afvalbeheer, onderwijs en openbaar vervoer.

Aanvragers moeten de netbeheerder zelf om prioritering verzoeken. De netbeheerder bepaalt dan welke bewijsstukken de aanvrager daarvoor moet indienen. Uit het ontwerpbesluit volgt dat die bewijsstukken afhangen van de categorie waarin de activiteiten van de aanvrager vallen.

De ACM is voornemens om het besluit eind deze maand definitief vast te stellen en in wet- en regelgeving te implementeren. Netbeheerders willen daar vooralsnog niet op vooruit lopen, zo merk ik in mijn praktijk. Het is afwachten hoe zij zich na inwerkingtreding zullen opstellen.

In gebieden waar de netcongestie absoluut is zullen deze uitzonderingsmogelijkheden vooralsnog weinig soelaas bieden, maar waar nog wel ruimte op het net beschikbaar is kan het voor aanvragers lonen om nu al te beginnen met het verzamelen van de benodigde bewijsstukken om straks direct een prioriteringsverzoek in te kunnen dienen.

Invulling transportplicht in rechtspraak

Weigering transport: contractuele vs. fysieke congestie
Op 15 juli 2022 oordeelde de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant over de aansluiting en het transport voor een zonnepark.[1] Een netbeheerder mag transport op grond van artikel 24 lid 2 E-wet alléén weigeren, als hij kan aantonen dat ter plaatse sprake is van fysieke (‘daadwerkelijke’) congestie, en niet slechts van contractuele (‘papieren’) congestie. Een aanvrager kan dit gemotiveerd betwisten (en het zonnepark is daarin geslaagd!). Fysieke congestie is een samenspel van benutte én toegezegde transportcapaciteit, maar ook van toekomstprognoses. De netbeheerder moet inspelen op toekomstige vraag, voorspellingen doen en zijn beleid en bedrijfsvoering daarop aanpassen. De uitkomst is dat Enexis een transportaanbod moet doen.

Inzage in wachtrij/wachtlijst
Het lukt aanvragers echter niet altijd om een transportaanbod af te dwingen, zo heeft supermarktketen Jumbo ondervonden. Jumbo en Liander hebben een transportvermogen van 0 kW gecontracteerd en daar houdt de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland Jumbo in een uitspraak van 20 september 2023 aan.[2] Liander heeft de weigering met een congestierapport voldoende onderbouwd; Liander hoeft pas een transportaanbod te doen als capaciteit beschikbaar komt. Jumbo wil weten waar zij aan toe is en heeft inzage in de wachtrij van aanvragen gevraagd. Daar moet Liander aan meewerken: de voorzieningenrechter weegt haar monopoliepositie en haar plicht om transparant en non-discriminatoir te handelen mee. Liander moet óók onderbouwen wanneer Jumbo wel over het aangevraagde transportvermogen kan beschikken.

In een vervolg kort geding stelde Jumbo dat Liander niet aan het vonnis had voldaan. Op 12 december 2023 oordeelde de voorzieningenrechter dat Liander 1) slechts een verwachte datum voor transport hoefde te noemen, 2) géén voorbehoud m.b.t. de door hem afgegeven informatie mocht maken en 3) alsnog inzage in de wachtrij moest geven, inclusief het aantal aanvragers en de door hen aangevraagde transportcapaciteit.[3]

Op 17 oktober 2023 ving ook Dura Vermeer bot bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam.[4] Stedin had haar een transportaanbod van 0 kW gedaan. Daarbij was dwaling door Dura Vermeer niet aan de orde. Dat de stroom nodig was voor publieke voorzieningen (Rijksvastgoedbedrijf, Raad voor de Kinderbescherming, Openbaar Ministerie, Dienst Justitiële Inrichtingen en Belastingdienst) maakte niet dat Stedin moest afwijken van het ‘first come, first served’-beginsel. Verlaging van het aangevraagde transport­vermogen bood ook geen soelaas. De voorzieningenrechter woog bovendien mee dat aan Dura Vermeer alternatieven ter beschikking stonden om in stroomcapaciteit te voorzien.

Geen transport, dan ook geen aansluiting?

In een drietal kort geding-uitspraken tegen Liander heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland eind 2023 kort gezegd geoordeeld dat aanvragers geen belang hebben bij het maken van aansluitingen als aan hen ook geen transportcapaciteit wordt aangeboden.[5] Saillant detail is dat het hier om kleinverbruiksaansluitingen voor woningbouw ging, in twee gevallen om definitieve – en in een om een bouwstroom­aansluiting. De voorzieningenrechter woog mee dat eventuele aansluitingen door het gebrek aan transportcapaciteit niet getest konden worden, waardoor de veiligheid dus niet gegarandeerd kon worden. Liander mocht haar weigeringen baseren op zogenaamde GAIA-berekeningen (congestierapporten voor kleinverbruik).

Mijns inziens kloppen deze oordelen niet: juist omdat de aansluitplicht absoluut is, had Liander de aansluitingen in ieder geval moeten maken en de aanvragers daarmee in de gelegenheid moeten stellen om noodstroomvoorzieningen voor het benodigde transportvermogen te treffen.

Geen onrechtmatig handelen bij weigeren transport

In een bodemprocedure heeft de Rechtbank Gelderland op 20 december 2023 ten slotte geoordeeld over een geschil tussen de Gemeente Noordoostpolder en Liander over de aansluiting en transport voor een multifunctionele accommodatie. Relevant m.b.t. de transportplicht is dat de Rechtbank heeft geoordeeld dat het weigeren van transport niet tot aansprakelijkheid van Liander leidt. Artikel 24 lid 2 E-wet biedt immers een wettelijke grondslag voor netbeheerders om transport te weigeren.[6]

Conclusie

De krapte op het energienet blijft een slepend probleem totdat het Nederlandse net voldoende is uitgebreid. Veel uitbreidingsplannen worden pas rond 2030 uitgevoerd. Mijn advies aan aanvragers is om al vroeg in de planontwikkeling met netbeheerders in overleg te treden om een goed beeld van de plaatselijke netcapaciteit en de haalbaarheid van de plannen te krijgen. Die informatie kan verwerkt worden in een goede planning. Ook kan de aanvrager dan bepalen wat een strategisch moment is om zijn aanvraag in te dienen.

Mocht u tegen netcongestieproblemen aanlopen, neem daarvoor contact op met Sheila van Gemeren via gemeren@thna.nl. Soms is meer mogelijk dan op het eerste gezicht lijkt, maar netbeheerders nemen vaak liever het zekere voor het onzekere.

Verwijzingen

[1] Rb. Oost-Brabant (vzr.) 15 juli 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:3847 (Zonnepark Woudbloem/Enexis).

[2] Rb. Gelderland (vzr.) 20 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5258 (Jumbo/Liander).

[3] Rb. Gelderland (kg) 12 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6574 (Jumbo/Liander).

[4] Rb. Rotterdam (vzr.) 17 oktober 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:9853 (Dura Vermeer/Stedin).

[5] Rb. Gelderland (vzr.) 24 november 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6730 (ontwikkelaar/Liander); Rb. Gelderland (vzr.) 5 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6636 (aannemer/Liander); Rb. Gelderland (vzr.) 6 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6637 (ontwikkelaar-verhuurder/Liander).

[6] Rb. Gelderland 20 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6995 (Gemeente Noordoostpolder/Liander).